Leuk

img107.jpg

Je hebt soorten van leuk. En er valt moeilijk over te discussieren wat leuk is.

Leuk is bovendien moeilijk vertaalbaar. In een boekje over poezen dat ik schreef, Geliefde ramp, kwam een zin voor die ik zelf erg leuk vond. Het ging over de buurtkatten. Als de buren hun kippen een uurtje per dag buiten lieten scharrelen kwamen alle katten van de buurt op de schutting zitten kijken. Ze deden niks, ze keken. En ik schreef: ‘zoals mensen tv kijken, bewegingsloos, blik star in één richting, keken de katten kip.” Nu vond mijn duitse vertaalster het ook een leuke zin, maar die kon ze niet vertalen: kuckten die Katzen Huhn, dat werd niks, en dan zouden de mensen denken: wat een slechte schrijfster. Of wat een slechte vertaalster. Zo ging in de vertaling wel meer leuks verloren.

Er valt dus niet echt te twisten over wat leuk is. Ik vind de strip van Gummbah in de Volkskrant soms onbedaarlijk leuk, vooral Deirdre. Andere mensen vinden het helemaal niks. Deze vind ik een topper. Die gaat nog ergens over ook. Wat geen kenmerk hoeft te zijn van leuk, overigens.

img108.jpg

16 gedachten over “Leuk

  1. Zat eens op Den Haag C.S. in mijn bus te wachten tot ik het ding via o.a. het Int. Gerechtshof naar Voorburg zou sturen. Stapt er een man binnen. Zo’n ECHTE red neck. Koopt een kaartje bij me en vraagt vervolgens of hij nu overal in de bus mocht gaan zitten. Ietwat verbaasd zeg ik de man, dat de enige uitzondering de plek is waar ik zat, daar ik de enige was die die rit zou mogen sturen. Verbolgen vertelde die man dat hij in de trein naar Den Haag zojuist door een conducteur verwijderd was van waar hij zat en naar een andere plek was gestuurd. Ik hem nog uitleggen dat hij wellicht met een 2e klas kaartje in de 1e klas was gaan zitten. Roept-ie uit (ECHT WAAR!):’Maar ik ben een amerikaan! Je stuurt een amerikaan niet weg!’
    Ik weet zeker dat Gumbahh er niet bij was: er zat op dat moment niemand anders bij me in de bus. De overeenkomst vind ik frappant. ’s Mans gedrag sloeg werkelijk nergens op. Dit soort arrogantie mag ons nooit uit het veld doen slaan. Groetsels!

  2. Zij denkt: die meneer is een neger, en negers zitten toch niet in de eerste klas. Denkt ze nog: ik laat hem vriendelijk weten dat hij verkeerd zit.
    Hij laat zijn kaartje eerste klas zien.
    Zij werd dus betrapt op een vooroordeeltje.
    Vervolgens zegt ze, thuis, die man had toch wel dankbaar kunnen zijn, in plaats van toe te geven dat zij verkeerd zat.

    Het is erg herkenbaar. Op de opleiding waar ik les gaf, aan volwassenen, had ik eens een kennis op bezoek. Kwam er een zwarte vrouw de kantine in. Zegt de kennis: leuk dat jullie ook zwarte studenten hebben. Ik zeg: dat is mijn directeur. Kennis verschoot van kleur.

    Ook herkenbaar: zwarte hulpverleenster zit in een gesprek met een witte client. Client is overstuur. Hulpverleenster belt of er een glaasje water gebracht kan worden. Dat gebeurt. Het glaasje water wordt aan de zwarte vrouw gegeven. Want dat als er een zwarte vrouw en een witte vrouw bij elkaar zitten, dan is die zwarte natuurlijk de client en de witte de hulpverleenster.

    Kortom, in het brein van veel mensen zit nog steeds een vast schema: wit is hoger dan zwart. En het interessante is dat in de jaren zestig, zeventig, toen er meer bewustzijn was over racisme en de werkingen ervan, mensen om bovenstaande voorbeelden wat betrapt moesten lachen. Daar merk ik nu niet veel meer van.

  3. Hij is leuk. Niet alleen vanwege het enigzins vreemde leedvermaak over het onvermogen van de blanke vrouw om haar eigen gedrag en positie ter discussie te stellen. Maar ook omdat de kleurling als een verveeld mens reageert. Je ziet hem bijna denken: “Weer zo’n zeurende blanke. Hoeveel krijgen we daar nog van?”

  4. Herkenbaar ja. Is mij ook wel eens gebeurd als arme student. Zitten de mensen je toch vreemd aan te kijken als je jezelf eens een tripje in de eerste klas gunt. De conducteur sprak zijn twijfels over mijn aanwezigheid zelfs openlijk uit. En toen hij vervolgens mijn kaartje zag: geen excuses, niks.

  5. Nog één, een beetje anders: Een vader en een zoon krijgen op een nacht samen een ernstig auto ongeluk. Vader is op slag dood, zoon wordt ernstig gewond naar het ziekenhuis gebracht. Daar wordt de dienstdoende arts gepiept die de jongen aanziet en zichtbaar aangedaan zegt: “Ik kan hem niet zelf opereren, dit is mijn zoon.”

  6. Sorry Anja….Gumbah vind ik echt vreselijk. Ik heb toch de moeite genomen en deze valt wel mee…. ze lijkt op mijn buurvrouw…. 🙁 . Al net zo sjagrijnig….. :-((

  7. Omgekeerd komt ook voor.

    Ik heb wel eens – op weg naar Den Haag of terug naar Amsterdam – een keurig geklede Engelse heer (hij stapte op Schiphol uit) in de 1e klas zien zitten, die na controle door de conducteur naar de 2e klasse werd gestuurd. Hij had dus “het verkeerde kaartje”.

    Hem werd fijntjes toegevoegd dat hij werd “gematst”, omdat hij geen boete hoefde te betalen …

    Mazzel & broge, Evert

  8. @Evert
    De essentie, Evert, van het verhaal, zi ‘m niet in het reizen per O.V. met een kaartje voor een andere klasse. Die zit in het feit dat iemand vindt, anders behandeld te moeten worden dan anderen, op basis van wie hij is, waar hij vandaan komt.

  9. ik vind deze plaatje echt niet grappig want maar 1 keer in het tweede verhaaltje 3 keer in het eerste verhaltje daarom vind ik het stom…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *