Kox over Bos

0707028veel-239.jpg
(Tiny Kox spreekt in de Raad van Europa)

Op 4 april j.l. hield PvdA-leider Wouter Bos in Londen een speech voor het Policy Network van de Britse Labourpartij onder de titel ‘Modernising social-democracy, back to the future’. Na de ‘truc’ waarmee in het recente verleden liberale concepten voor eigen doeleinden geïncorporeerd zijn, zou de PvdA nu ‘links-populistische’ concepten moeten overnemen om zich te versterken. Kan die truc lukken of moet Bos gewoon kiezen tussen een liberale of sociale politiek?

Citaat:

Bos signaleert terecht dat met het binnenhalen van liberale waarden en concepten veel PvdA-kiezers zich buitengesloten zijn gaan voelen. Velen van hen voelen zich inmiddels politiek beter thuis bij de SP. Maar het idee dat hij hen zou kunnen terugwinnen door het rechtse liberalisme te mixen met ‘links populisme’, doet geen recht aan de oprechte zorg van die kiezers. Zij willen geen modernistische mix van liberale en sociale concepten, maar serieus eerherstel voor sociaal-democratische principes, zoals herverdeling van inkomen, deling van kennis en macht en echte internationale solidariteit.

Voor de gehele column, ga naar SP website:

Hier.

10 gedachten over “Kox over Bos

  1. Ik ben een kritisch PvdA-lid. Om te weten wat Bos in Londen heeft gezegd en bedoeld, moet je eerst zijn hele speech lezen, vind ik. Dus dat heb ik gedaan. Hier. (Interessante site, overigens, dat Policy Network. New ideas for progressive politics.)

    Bos start met een analyse van de realiteit. Een realiteit die niet alleen voor de PvdA geldt, maar voor iedereen, en een analyse die uitmondt in: “The signs suggest that we are moving from a high trust society to a low trust society, which in its most general terms will not favour solidarity and community building.” Die analyse deel ik.

    Vervolgens schetst hij enkele gevolgen, met name voor de stellingname en positionering van de sociaaldemocraten. Dat de oude waarden, die door de PvdA onverminderd uitgedragen moeten blijven worden, niet altijd meer een volledig antwoord bieden op nieuwe tendensen. “This is not to suggest that we should turn back the clock. The good work must go on. But we need to add one or two new elements. In fact, I say “new ” but they are not new at all. I say we need to go “back to the future ”. We need to continue to modernise, but with more focus on our roots. I have three recommendations.
    Let wel, hij zegt: We need to add. Waarbij hij eraan toevoegt dat zijn aanbevelingen misschien provocerend zijn.

    Bos’ eerste aanbeveling is om minder academisch te zijn, teneinde ook een antwoord te bieden aan het populisme van links en rechts: “This requires an approach that puts concepts of empathy, identity, trust and security at the heart of our political language. We must challenge conventional assumptions about ordinary people’s ability to adapt to change and reform.
    Wat ik begrijp is dat het hem vooral om taal gaat, beter gezegd: tegentaal. Zonder de eigen sociaaldemocratische waarden los te willen laten, pleit hij voor een taal die het wantrouwen dat het populisme zaait tegengaat. De afstandelijkheid van het academisch discours bereikt de kiezer niet meer. Ik vind dat eerlijk gezegd niet zo stom gedacht en deel de constatering. In elk geval bedoelt Bos volgens mij geen keuze tussen de ‘oude waarden’ en ‘populisme’ zoals in het citaat hierboven uit de column van Kox wordt gesuggereerd. Het ligt genuanceerder.

    Zijn tweede aanbeveling is om minder in wetten en regels (statist) te denken, teneinde ook een antwoord te bieden aan de groeiende behoefte aan morele standaards. “Social democrats have a history of wanting to change the world using legislation. But in an uncertain world, insecure citizens want politicians not only to propose policies. They also want them to take a moral stand. This means we need to develop a politics of morality, values and symbols to a far greater extent than we have already done.
    Hier had Bos er van mij aan mogen toevoegen (maar hij moest natuurlijk een beetje op zijn woorden letten) dat je wel zult moeten, als regerende sociaaldemocraten. Niet alleen bevindt hij zich in een kabinet waarin christelijke waarden in de smaken strong en extra strong domineren, hij werkt onder een premier die het ene morele appèl na het andere over het volk uitstort en daarbij als sleutelwoord het woord ‘samen’ hanteert. Samen rijmt wel lekker op amen, maar het probleem is juist dat het verhullende ‘samen’ van Balkenende helemaal niet bestaat. Het is een sprookje. Zoals ook ‘de burger’ niet bestaat. Dus komt die boodschap niet aan of richt alleen maar grotere schade aan. Want veel Nederlanders beschouwen zichzelf achter vlaggenschepen als TON, PVV of de rechterflank van de VVD graag als het ‘wij samen’ van Balkenende en willen steeds openlijker liever niet dat anderen, vreemdelingen, ook bij dat ‘wij samen’ horen. Het ‘de boel bij elkaar houden’ van Cohen is niet alleen realistischer, maar ook effectiever. Het maakt bovendien de tegenstellingen duidelijker zichtbaar, omdat mensen die helemaal niet met anderen bij elkaar gehouden willen worden, zich duidelijker kenbaar maken.
    En ook in het integratiedebat – dat veelal gaat over zogenaamd verschillende morele waarden – zul je een duidelijker positie in moeten nemen dan de PvdA nu vaak doet.

    Zijn derde aanbeveling is een pleidooi om terug te keren naar de wortels van de sociaaldemocratie. “We will only be successful modernisers if people understand where we come from. We cannot afford to gain new supporters by losing our traditional support base in the process.
    He he. Dat is waar velen in de PvdA op zitten te wachten. Ik bedoel dat zonder ironie.

    Ik kan in deze speech geen flirt met het rechts- of linkspopulisme ontdekken, zoals in de media is gesuggereerd. Ook pleit Bos er niet voor, populistische ‘opvattingen’ over te nemen, zoals Kox schrijft. Ik kan ook niet lezen dat oude waarden maar moeten worden losgelaten. Integendeel. Het is geen of/of verhaal, maar een en/en verhaal. Wat ik in de eerste plaats lees is iets waarin ik me kan vinden: willen de waarden en doelen van de sociaaldemocratie in een snel veranderende samenleving overleven, dan zul je je taal moeten aanpassen en daarbij je mond open moeten doen over morele onderwerpen waar de kranten bol van staan. Dan zul je moeten zorgen dat je boodschap bij een breed publiek aankomt, dus.

    Dat is moeilijk, ja. Maar ik denk eerlijk gezegd dat wat dit betreft de SP en de PvdA, zij het vanuit een verschillende verantwoordelijkheid, voor dezelfde opgave staan.

  2. De grote makke van Bos is naar mijn mening tweeërlei:
    1. Hij is zelf niet werkelijk ingebed in de sociaal-democratische traditie, en zet de neo-liberale lijn van Wim Kok feitelijk voort.
    2. Hij wil alles combineren: partijleider zijn, minister en vice-premier zijn in een niet-progressief kabinet, en “denker” of zoiets.

    ad 1.
    Kenmerkend en onheilspellend heb ik altijd een TV-interview gevonden, begin 2002, waarbij de kersverse partijleider Bos op de vraag van de interviewer, om in het kort aan te geven waarvoor de PvdA stond, na een lange stilte twee bedrijven (Nokia en een Amerikaans bedrijf) ten voorbeeld stelde. Niets over solidariteit, armoede(bestrijding), enz.!
    Hij is als ex-manager van Shell als het ware in de partij geparachuteerd, zonder dat hij ooit met zijn voeten in de sociaal-democratische klei had gestaan.
    Het “afschudden van de ideologische veren” door Wim Kok -heftig bekritiseerd door oudere door de wol geverfde sociaal-democraten als Arie van der Zwan en Marcel van Dam- heeft Bos als erfenis voortgezet en versterkt door feitelijk het neo-liberalisme te omarmen. Daarbij was regeringsdeelname kennelijk zo prangend voor hem dat hij een knieval voor de christen-democraten heeft gemaakt door belangrijke verkiezingsbeloften te schenden (Europa-referendum, Irak-onderzoek, e.d.).

    ad 2.
    Zoals Bolkestein vandaag terecht in het TV-programma “Buitenhof” opmerkte, zou het beter zijn als partijleiders, zoals vroeger meestal het geval was, fractieleiders zouden zijn in de Tweede Kamer. Daar kunnen zij de partijopvattingen in al hun scherpte naar voren brengen, en hoeven zij niet -althans niet a priori- snel naar consensus met andersdenkende partijen te streven. Het ministerschap is een heel ander vak en betekent een heel andere politieke positie. Partijleiders die minister worden blijken gauw in een spagaat te komen. Gedetailleerde regeringsakkoorden zijn het nadelige gevolg van deze ontwikkeling van dualisme naar monisme in de verhouding tussen volksvertegenwoordiging en de regering.

    Bos’ verhalen vind ik meestal nogal theoretisch en zwalkend (vgl. ook bv. het “polarisatie-interview” in de Volkskrant onlangs). En ik denk niet dat hij ooit nog een geloofwaardige werkelijk socialistische leider zal kunnen worden.

    De positie van de SP verschilt hemelsbreed van die van de PvdA, en ik denk ook niet dat beide partijen “voor dezelfde opgave staan”, zoals Clara meent. Niet alleen omdat de SP in de oppositie zit, maar ook omdat de SP een heel andere geschiedenis heeft en altijd een andere politiek praktijk heeft gehad dan die van de PvdA.

  3. Het zou fijn zijn als je je deze keer hield aan de tekst, die van Tiny, die van Clara, en er niet een ommetje ‘waarom ik tegen Bos en voor de SP ben’ van maakte, Olav. Het draagt werkelijk niks bij aan een inhoudelijke discussie om te weten dat jij Bos verhalen zwalkend en nogal theoretisch vindt.

  4. @ Anja (3):

    Naar mijn idee sluit mijn reactie wel degelijk aan op de tekst van Tiny Kox, die een algemenere strekking heeft dan de speech van Wouter Bos als zodanig.
    Ook geef ik een reactie op Clara.
    Maar afijn.

  5. Je vergeet ‘onheilspellend’, Anja.

    Olav, je gaat echt nergens in op wat ik hierboven schreef. Dat jij van Bos en de PvdA niets moet hebben, wist ik al. Wat je schrijft hebben anderen ook al geschreven. Overigens vind ik ook dat drie petten er twee te veel zijn, maar daar gaat het hier even niet over.

    Je schrijft aan het einde: “en ik denk ook niet dat beide partijen “voor dezelfde opgave staan”, zoals Clara meent.
    Ik denk het wel. Ik had het namelijk niet over de verschillende manieren waarop partijen opereren, maar over tendensen in de maatschappij waarop alle partijen een antwoord zullen moeten hebben. Ook Jan M. te O.

  6. En ook al ben ik van jouw partij en niet van die van Clara, ik sta in dezen geheel aan haar kant, Olav. Kom op, als je werkelijk in gesprek wilt kan het echt beter, wil je alleen maar je gelijk even etaleren, ga dan wat anders doen. En denk er aan: het is geheel denkbaar dat we nog eens samen moeten gaan werken, SP en PvdA. Dan mag je het best hebben over verschillen, maar is het ook wel handig om eens te kijken wat we delen. En wat mij betreft: we delen veel. Nu al blijkt het belangrijk om op onderwerpen waar we ons van links allemaal zorgen over maken samen te werken en de gemeenschappelijkheid op te zoeken. Palestina bijvoorbeeld. Of wat je moet doen tegen het populisme van Wilders en Verdonk.
    Draag daar eens wat aan bij, Olav. Doe je de SP ook een plezier mee.

  7. @ Clara (5):

    Het is niet juist dat ik van de PvdA “niets moet hebben”. Wel heb ik inderdaad geen vertrouwen in partijleider Bos. En vind ik dat de PvdA veel te ver “door de pomp” is gegaan met de huidige regeringscoalitie. Maar meermalen heb ik ook hier mijn sympathie uitgesproken voor sommige PvdA-ers, zoals bv. Ed van Thijn, Jan Pronk en Job Cohen. (En ook zelfs voor VVD-er Dijkstal). Verder deel ik dus de opstelling van PvdA-ers Van der Zwan en van Dam, zoals boven vermeld. Minister Koenders doet het ook niet gek, vind ik (hoewel hij dus heel erg heeft moeten draaien wat betreft het Irakonderzoek).

    Ik schreef dat ik “EEN reactie” op jou had gegeven, nl. inderdaad die welke je zelf noemt. Met argumentatie erbij (zie nr. 2).
    Nu schrijf je dat je bedoelde dat “alle partijen een antwoord zullen moeten hebben over (bepaalde) tendensen in de maatschappij”. Ja, zeker. Als je het zo bedoelt ben ik het ermee eens. (Onlangs schreef ik immers ook dat ik het eens was met jouw term “duiken”!).

    @ Anja (6):

    Nogmaals: ik ben geen compromisloze tegenstander van de PvdA, al ben ik er wel heel kritisch over (op grond van jarenlange, gedeeltelijk ook persoonlijke ervaringen). Maar ik ben zeker geen tegenstander van samenwerking waar die mogelijk en zinvol is. (Dat heb ik ook wel eens eerder geschreven). Wel was ik vóór de laatste Tweede Kamerverkiezingen zéér sceptisch over de mogelijkheden van een links kabinet (PvdA, SP en GL). Dat heb ik steeds beargumenteerd, en ik meen dat ik daarin gelijk heb gekregen.
    Samenwerking met de PvdA zal vooralsnog vooral op lokaal niveau en buitenparlementair mogelijk zijn, denk ik, en wellicht bij bepaalde gelegenheden in de volksvertegenwoordiging. (Als het kabinet in het geding is zal dat wel heel moeilijk blijken).
    Verder zie ik meer kansen voor samenwerking als de PvdA een meer als links herkenbare koers gaat varen (met dus een andere partijleider).

  8. Je hebt het zo druk met nog eens uitleggen dat jouw antwoord toch echt een geweldig antwoord was, Olav, en met antwoord geven op vragen die helemaal niet zijn gesteld, dat het je ontgaat dat je nog steeds geen antwoord geeft op de vragen die ik hierboven heb gesteld.

  9. @ Clara (8):

    In nr. 2 geef je een samenvatting van en enig commentaar bij de speech van Bos.
    Ik zie helemaal geen “vragen”, die je zou hebben gesteld. Dus daarop geef ik inderdaad geen antwoord.
    Ik geef hier überhaupt niet “antwoord op vragen”. Dat is niet aan de orde. Dus ook niet “antwoord op vragen, die helemaal niet zijn gesteld.”

  10. Dan weten we voortaan dat je hier alleen komt om je mening neer te zetten maar niet geinteresseerd bent in een gesprek, Olav. Dat maakt jou natuurlijk ook een stuk minder interessant en ik zal er rekening mee houden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *