De haantjes en de homohaat

Het is inmiddels meer dan dertig jaar geleden dat ik les gaf in het ‘vormingswerk bedrijfsjeugd’, zeg maar: aan jonge schoolverlaters, veertien, vijftien, zestien, die volgens de leerplicht naast een bedrijfsopleiding nog verplicht twee dagen per week ‘vormingswerk’ kregen. Ik was toen nog ‘vormingswerker’, dat nog in de socialistische traditie stond van de ‘verheffing van het volk’. Dat is nu erg uit de mode, het klinkt ontzettend paternalistisch en was het ook, en toch, ik zou graag iets van die traditie terug willen. Ik begeleidde in mijn stage een paar groepen jongens, en werd vaak ingehuurd om in vormingsoorden seksuele voorlichting te komen geven, een onderwerp waar de vormingsleiders zelf liever niet hun vingers aan brandden. Ik deed het graag.

Met mijn jeugdige overmoed had ik zelf een opzet bedacht die afweek van wat de NVSH me had geleerd. Mij leek het veel belangrijker dat die jongens eens werkelijk in gesprek kwamen over seks, en ook nog met een vrouw, gezien het feit dat de meesten van hen die seks ook met een vrouw zouden beleven, dan dat ik de bekende schema’s op het bord zou zetten of met de libidoverlagende dwarsdoorsneden van de geslachtsorganen aan zou komen zetten. Dus ik zei: jullie gaan mij nu vragen stellen en ik zeg alleen wat wanneer jullie eerst je mond opendoen. Jolijt, veel gestomp, rode konen, en nou, Henkie, komt er nog wat van, jij wist er toch zoveel van, doe je bek eens open man of durf je nou niet meer? Hoeveel de jongens er van opgestoken hebben weet ik niet, maar voor mij was het erg leerzaam.

Een van de vragen die ik in verschillende versies te horen kreeg is wat ze moesten doen om een meid ‘heet’ te krijgen. Nou, niet aan de knoppen gaan draaien alsof het een radio is, zei ik dan. En dan kwam het gesprek op de dubbele moraal, want, zei ik, als je een meisje dat het al met een ander heeft gedaan een slettebak of een afgelikte boterham vindt, en tegelijk probeert hoe ver je haar krijgen kunt, dan weet je dus dat je meisjes leert om de handrem er op te houden, want als ze nog enig respect wil houden dan moet ze dus zien dat ze jou tegenhoudt en vooral niet laten merken dat ze er zelf zin in heeft. En weet je wat het is, als je die handrem er steeds maar op houdt dan is het later niet meer zo makkelijk om die los te laten. En dan krijg je vrouwen die geen bal aan seks vinden. Behalve dat het ook wel handig is als je weet waar de knoppen zitten. Meiden die niet willen? Eigen schuld. Zal ik nou even uitleggen waar de leukste knop zit?

Die zat. Je zag zowaar een paar van die jongens nadenken. Ik herinner me een tengere jongen, met erg rode oren, die zoet tegen mij zei: “weet je juf, als ik een meisje echt aardig vind dan ga ik er niet meteen overheen hoor”. Wat ik toen vooral leerde is dat je een enorme kwetsbaarheid kon zien die zorgvuldig verborgen was achter stoer gedoe over hoeveel ze er al hadden ‘gehad’. Het waren maatschappelijk gezien de kwetsbaarste jongens, met de minste toekomst voor zich, die het meeste behoefte hadden aan imponeergedrag waarmee ze in ieder geval onderling nog een beetje status konden verwerven. Want veel illusies dat die verwarrende wezens die je nu eenmaal nodig had vanwege kut en tieten zouden vallen op stoer gedrag hadden ze eigenlijk niet. En wat die wezens nou eigenlijk echt wilden: geen idee.

Daar zit ook een bron van wat de vorm kan krijgen van een soort van vrouwenhaat. Een van de misverstanden in het feministische denken was dat de mensen die de macht hadden, objectief gezien dus mannen, die macht ook wel zouden voelen. Maar zo voelde het voor veel mannen, juist die jonge kansarme mannen helemaal niet. Die hadden het gevoel dat vrouwen macht over hen hadden. Je had ze nodig, maar ze konden je ook afwijzen en dus vernederen. En dat in een wereld waarin een van de via media, film, en advertenties rondgestuurde boodschappen was dat een beetje man zo een vrouw kan krijgen, en ook nog een mooie jonge sjieke. Dus boos, als zo’n mooie meid die je als man beloofd was liever een man had met een mooie baan. Zo werkte de relatiemarkt: zolang een geijkt heterostel er zo uitziet dat hij toch minstens een beetje langer een beetje ouder is en een beetje meer verdient, blijven er aan de bovenkant goed opgeleide oudere vrouwen over en aan de onderkant jonge laag opgeleide mannen. Die met lede ogen het nakijken hadden wanneer de meiden waar ze hun zinnen op hadden gezet liever een ander hadden. Maakte die jongens ook al niet aardiger.

En dan de porno. Mijn bezwaar tegen porno was niet zozeer dat het vrouwen liet zien als seksobject maar als object: een ding om te hebben. Met de suggestie dat een beetje man hem er maar in hoefde te steken om het ding aan het kreunen te krijgen. Dat maakte van mannen vooral slechte minnaars, en het wakkerde de rancune tegen vrouwen alleen maar aan. Want in werkelijkheid wilden vrouwen graag als mens behandeld worden, en leuk en lief gevonden. Terwijl die jongens van alles van vrouwen vonden, maar lief vonden ze ze zelden.

In een van die jongensgroepen die ik begeleidde werd ontzettend geëtterd over Turken. Dus maakten we daar een programma over, gingen naar iets Turks, nodigden ze uit, organiseerden een gezamenlijk feest. Hartstikke leuk en succesvol. Nee, moesten die jongens toegeven, Turken waren ook prima in orde. De week erna begonnen ze te etterbakken over homo’s. Ook daar leerde ik van. Dat het voor die jongens voor wie weinig status was weggelegd eigenlijk tamelijk willekeurig was welke andere groep ze als doelwit namen om zich tegen af te zetten, om zich nog een beetje superieur te kunnen voelen. Turken of homo’s, maakte niet uit. Eigenlijk hadden ze niet zoveel tegen werkelijke Turken of homo’s, het was ook zo over als ze die in het echt tegenkwamen, maar vooral in groepsverband werd het stereotype verketteren van een haast abstracte andere groep een middel om zichzelf lekkerder te voelen. Als er nog maar een groep onder hen was, dan waren zij nog iemand. Dat was nog voor de autochtonen versus Marokkanen, en de Marokkanen versus homo’s. Het mechanisme is denk ik nu niet zoveel anders.

In het ‘socfem’ denken zat besloten dat we niet alleen naar de verhouding tussen de seksen keken, ‘gender’, maar ook naar de klasseverschillen tussen vrouwen onderling, en later vooral ook tussen mannen onderling. Wanneer ik in de krant lees dat bepaald afkeurenswaardig gedrag meer voorkomt bij de ‘lager opgeleiden’ en je tegelijk al begrijpt dat het over mannen gaat, dan zit je dus zonder dat dat getheoretiseerd wordt op het snijpunt van klasse en gender. En neem er kleur, etniciteit bij, want ook dat is een factor. Die theorie over de vorming van mannelijkheid zegt dat mannelijkheid moeilijker te verwerven is dan vrouwelijkheid (omdat onze eerste intieme relaties voornamelijk met vrouwen zijn) en dat mannelijkheid meer ‘bewezen’ moet worden. In sommige theorievorming wordt dat gezien als een biologisch gegeven, stoer doen en imponeergedrag zit nu eenmaal in de genen. Ik geloof dat niet zo erg, omdat het uiteindelijk helemaal niet zo functioneel is. Je maakt er misschien wel indruk mee op andere jongens, je vangt er zeker niet meer meisjes mee. En maatschappelijk gezien is het een grote hinderpaal om wat te bereiken, tenzij je opteert voor een carrière in de criminaliteit – waar het dus ook nogal eens op neer komt.

Het punt is dat mannen in verschillende klassen verschillende mogelijkheden hebben om hun mannelijkheid te bewijzen, en dus ook verschillend gedrag vertonen. Iemand die aan het hoofd staat van een bedrijf met een boel personeel en een eigen secretaresse heeft het niet nodig om op straat hoerrrr! tegen vrouwen te roepen om zich een echte man te voelen. Het is dus niet zozeer de hogere opleiding die van mannen beschaafdere wezens zou maken (wat nog te bezien valt) het is dat de lagere opleiding vaak samenvalt met weinig kansen op een ‘mannelijke’ status en dus een grotere behoefte om die te verwerven door zich met stoerdoenerij af te zetten tegen vrouwen, homo’s, moslims, Marokkanen – als ze dat zelf niet zijn. Een behoefte die versterkt wordt door een vaak niet erkende klasserancune die zich op allerlei manieren kan uiten: in haat tegen ‘de politiek’ die niks doet tegen de …vul maar in, haat waarvan het te vernederend is om te erkennen dat die eigenlijk gaat over een gebrek aan eigenwaarde. (Vandaar dat Spekmans idee om de Marokkaantjes nog eens extra te vernederen zo’n ongelooflijk stom idee is – hoe meer vernederd tegenover de maten, hoe groter de kans dat ze de volgende keer een vrouw pakken – of een homo om hun status weer op te vijzelen).

Met deze blik lees je de krantenartikelen over de homobelagers dus anders. Anders dan veel mensen dachten zijn het niet alleen maar ‘de Marokkanen’, al zijn ze wel oververtegenwoordigd, bijvoorbeeld in anti-homo gedrag in Amsterdam. En ze zijn oververtegenwoordigd niet zozeer omdat ze Marokkaan zijn maar omdat Marokkanen, de zoons van migranten met lage opleidingen, oververtegenwoordigd zijn onder de jonge laag opgeleide, kansarme mannen. Met religie blijkt het ook bij moslims weinig te maken te hebben. Bij de jonge mannen om wie het gaat, zit de ‘heteronorm’ nog diep, concluderen de onderzoekers Buijs, Hekma en Duyvendak van de UvA. Ik zou dat dus niet de heteronorm noemen, want die hebben vrouwen ook en die slaan geen homo’s, ik zou het de ‘mannelijkheidscoderingen’ noemen: je bent een echte man als je geen vrouwelijk gedrag vertoont en ook geen mietje bent. Opvallend is dan ook dat geweld vooral de neiging heeft om los te barsten wanneer jonge mannen in de nabijheid van homo’s het gevoel krijgen als lustobject gezien te worden, dat maakt juist bij jonge mannen voor wie mannelijkheid problematisch is snel een afweerreactie wakker, die snel weggewerkt kan worden met agressief gedrag. Vooral in veilig groepsverband, want dit hoort bij de mannelijkheidscodering van de groep laag opgeleide, niet kansrijke, jonge mannen: als zijn maten hem maar niet als een mietje zien. En wie een homo slaat is dus geen homo. Denken ze.

Er is dus veel aan te doen via voorlichting, al op scholen. Als we maar niet denken dat daarmee ook de onderliggende behoefte om zich tegen een andere groep af te zetten verdwijnt – de verplaatst zich eenvoudig naar een geschiktere groep zondebokken.

(Over de vorming van mannelijkheid en vrouwelijkheid, over ‘gender’ dus, schreef ik op dit weblog een serie ‘lessen over gender’. Die begint hier. Ook over klasse schreef ik een serietje, hier.)

19 gedachten over “De haantjes en de homohaat

  1. Over de werkelijke verschillen tussen mannen en vrouwen heb ik het meeste geleerd van mensen die de grens overgegaan zijn. Erg leerzaam waren de gesprekken met een vrouw die geboren was met het lichaam van een man, en dat lichaam operatief en met behulp van hormonen heeft laten aanpassen — een man-vrouwtransseksueel —, maar ik heb ook veel geleerd van een vrouw die es een poosje op eigen houtje had uitgeprobeerd wat een flinke dosis testosteron met haar deed. “Ik raakte er vooral nogal opgefokt van”, zei ze, “ik ging de wereld onderverdelen in twee categorieën. Met de ene helft wilde ik de koffer in, met de andere helft wilde ik op de vuist.” Nou ja, misschien zei ze concurreren. 🙂

    Ik weet niet welke evolutionaire gedachte daar achter zit, eerlijk gezegd. Het is te gemakkelijk om te denken dat die competitiedrang alleen maar een onbedoeld bijproduct is van de sexdrive, maar die twee lijken wel onlosmakelijk met elkaar verbonden te zijn.

  2. Testosteron-vergiftiging en gierende hormonen zullen best een rol meespelen, Anne-Marie. Maar dat zegt dus niet zoveel over welke vorm dat aanneemt, en daarbij speelt klasse absoluut een rol, want het is moeilijk vol te houden dat mannen die een hogere opleiding hebben, en minder vaak op de vuist gaan, minder last van hun hormonen zouden hebben.

  3. Een heel interessant verhaal, Anja.

    Het is zelfs de vraag of Marokkanen wel “oververtegenwoordigd” zijn wat betreft het belagen van homo’s. In het verslag van de ministers van binnenlandse zaken en justitie hieromtrent over het eerste halfjaar blijkt dat 86 % autochtonen te zijn!

    Het anti-homogedrag is gecompliceerd. Ook psychologische factoren spelen een rol: angst voor de eigen (misschien latent aanwezige) homo-gevoelens, onzekerheid over rolpatronen door de confrontatie met homoseksualiteit, resulterend in agressie. Verder speelt onwetendheid een rol: homoseksualiteit bij mannen wordt veelal geassocieerd met “vrouwelijk” gedrag, terwijl er net zo goed veel macho-types zijn die homoseksueel zijn. En bi-seksualiteot maakt het nog ingewikkelder.

    Zorgvuldige, uitgebreide informatie en voorlichting, op school en zo veel mogelijk ook thuis, lijkt me een voortdurend punt van aandacht.

    Verder heb ik Spekman (voorheen gemeenteraadslid en wethouder van Utrecht) heb ik hoog zitten, maar het idee om Marokkaanse delinquenten te “vernederen” heeft mij ook vebrijsterd. Hopelijk neemt hij dat nooit meer in de mond.

  4. De oververtegenwoordiging van Marokkanen onder de homofoben geldt speciaal voor Amsterdam en komt ter sprake in het onderzoek van de UvA. Die oververtegenwoordiging geldt dus niet als je het landelijk bekijkt, zoals blijkt uit het onderzoek van het ministerie.

  5. Hoi Anja

    De denkfout is dat er nog steeds mensen zijn die in klasse-gedrag denken. Dat is al achterhaald. Volgens mij net zo achterhaald als het denken over mensen die ouders hebben/hadden uit Marokko of Turkije.
    De jeugd is daar helemaal niet meer mee bezig. Zij zijn gewoon Nederlanders. Ik hoor daar nooit een kind over…..ze horen het soms op het journaal en denken o ja mijn opa kwam uit Turkije.
    Hoop gedoe in de politiek is het maar verder in het dagelijkse leven niet hoor.

    Els

  6. Homogeweld opzich is erg genoeg.
    De etnische achtergrond van deze daders vind ik echt niet ter zake doende.
    Gaat er mijns inziens om een sterke hand tegen dit soort niet te tolereren wangedrag te tonen in plaats van de vervallen in allerlei onderzoeken terwijl deze wandaden elke dag opnieuw plaatshebben.

  7. Als je ergens wat aan wilt doen, anders dan alleen maar reageren, dan helpt het wel of je begrijpt hoe gedrag wordt veroorzaakt, Raymond. Of het helpt om dan etniciteit te gaan registreren is een andere zaak.

    Geen idee wat je wilt zeggen, Els. Dat er klasseverschillen zijn lijkt mij tamelijk aantoonbaar en helaas in het geheel niet achterhaald.

  8. Dat marokkanen oververtegenwoordigd zijn in Amsterdam zegt landelijk niks, in A’dam wonen n.l. geen plattelands-jongens, en deze jongens tonen in groepsverband een enorm macho-gedrag, het zijn vaak ook de laagopgeleide plattelandsjongens die niks van homo’s moeten hebben, je zou eens een oor te luister moeten leggen in de boeren zuipketen.

  9. “boeren zuipketen” oja Clara, kom je daar dan? Wat een politiek correct neo-70 babbel. O ja Anja, en je zou pas echt geemancipeerd zijn als je na je kritiek en ‘adviezen’ over hoe jongens en mannen het vrouwen fijn moeten maken ook eens even zou zeggen wat jij de meisjes en vrouwen allemaal bijbrengt over het plezieren van mannen. Dat wordt allemaal maar aangenomen als done-deal. In feite leeft de ongelijkheid voort omdat jij hetzelf creeert!

  10. Wat een rancune, Hans. Hoe weet jij dat ik niet met meisjes heb gepraat hoe je mannen kunt plezieren, eigenlijk? Hoe komt het dat jij denkt dat jij wel kunt bepalen wat mij ‘geemancipeerd’ maakt? Waarom ben je eigenlijk zo op je pik getrapt?

    En het is Carla, niet Clara, en het machogedrag van plattelandsjongens heeft ze niet verzonnen.

    En wil je de volgende keer een geldig emailadres opgeven, want dat is verplicht als je hier mee wilt kunnen praten.

  11. De oververtegenwoordiging van bevolkingsgroepen onder homofoben is interessant in het kader van onderzoek en nuttig als er opgespoord moet worden. Verder niet. Zeker niet als er “zie jou nou wel” of “zie je nou wel dat het meevalt” conclusies aan verbonden worden want dat slaat meestal weer om.
    Toen ik enkele dagen geleden op teletekst zag staan: “meeste homogeweld door autochtonen” met onderaan het zinnetje: “86 % van de daders is autochtoon of de herkomst is onbekend” dacht ik : met deze onzorgvuldigheid gaat rechts direkt aan de haal en zulks geschiedde dezelfde dag op geen stijl.

    In de 25 jaar dat ik in Amsterdam woon heb ik gelukkig alleen met verbaal “geweld” te maken gehad, variërend van op je schoenen spugende en scheldende marokkaantjes tot vervelende corpsballen en voor de deur van “mijn” kroeg scheldende boeren. Ook zonder direkt fysiek geweld kan dit alles erg bedreigend zijn en leiden tot een razernijwekkend gevoel van machteloosheid.

    “Opvallend is dan ook dat geweld vooral de neiging heeft om los te barsten wanneer jonge mannen in de nabijheid van homo’s het gevoel krijgen als lustobject gezien te worden ” Dit zinnetje viel me op in je interessante stuk. Het lijkt me geheel waar en plausibel maar het verklaart helaas niet hoe het toch komt dat groepjes jongeren “ons” komt opzoeken in de Reguliersdwarsstraat om heur afkeer te uiten in woord, gebaar en soms met geweld….

  12. Ja dat is inderdaad een vraag, Sebastiaan, want uit het Amsterdamse onderzoek blijkt inderdaad dat die jongens de neiging hebben om de scene op te zoeken. Dan kun je gissen. Gaan ze daarheen omdat ze wel zin hebben om te rellen, of zit er ook iets in van het ook wel stiekem een beetje spannend en aantrekkelijk vinden?

    Uit de ervaringen van de homobeweging in Turkije weet ik dat er een paar akelige moorden zijn gepleegd op homo’s en travestieten, door mannen die zelf homo waren maar dat niet wilden erkennen. In een van die gevallen was een man met een homo mee naar huis gegaan, ze hadden seks, dat wil zeggen, de man neukte de ander, maar toen die ander zelf ook wilde werd hij razend en gewelddadig. Dit was de onderliggende psychologie: zolang hij degene was die neukte was hij nog een echte man, maar geneukt worden, dat zou van hem een homo maken en dat ging over een grens die hij niet meer verdroeg. Dit is natuurlijk een heel extreem geval, en daar hebben we het hier niet over, maar het maakt misschien iets duidelijk over mogelijke onderliggende motieven. Want onder die reljongeren, Marokkaans of niet, zitten uiteraard ook jongens met homoseksuele gevoelens waar ze geen raad mee weten omdat die dwars ingaan tegen hun zelfbeeld als man. En hoe meer ze hechten aan ‘mannelijkheid’ – bijvoorbeeld omdat er maatschappelijk gezien weinig andere middelen zijn om je ‘iemand’ te voelen – hoe problematischer dat is.

    Nog een verhaal als illustratie: onder de Palestijnen in Israelische gevangenissen – ze zitten daar soms vele jaren – komt ook nogal eens wat homoseks voor. Dat kan nog wel door de andere mannen getolereerd worden zolang het lijkt op een noodmaatregel, als het maar niet ‘echt’ is – en ook daar geldt het criterium passief en actief, naalen – niet echt aan te bevelen maar nog steeds mannelijk, en genaaid worden – vrouwelijk en dus echt slecht. Degene die genaaid wordt is de echte homo, degene die naait is nog een man. Het criterium is dus het behoud van ‘mannelijkheid’, en daar draait het ook om bij de jonge mannen waar we het over hebben. Om in zo’n cultuur toe te geven dat je homo bent, betekent niet alleen je blootstellen aan homofobie, maar ook innerlijk een ‘gendergrens’ oversteken. Je hoort niet meer echt bij de mannen. En je plaatst je dus buiten de maatschappij.

  13. Hans, je oordeelt over mij zonder me te kennen, ik ben nl. helemaal niet zo politiek correct als jij denkt en ook niet blijven hangen in de jaren 70 van de vorige eeuw.

    Wat ik beweer is gewoon de waarheid, ik ben zelf nooit in die zuipketen geweest maar weet wel van het bestaan ervan en wat daar wordt gebrald, hetzelde als op straat in de grote stad, het is groepsgedrag van jonge jongens die zelf onzeker zijn en dat willen verbergen door (zoals Anja al schreef)op een groep af te reageren.

    Ik ga regelmatig naar de veluwe en is sta versteld van het gedrag van de boerenjongens daar, uiteraart ook niet allemaal, maar dat geldt ook voor de marokkaanse jongens in de grote steden.

  14. Bij andere culturen komt het vrij veel voor -daarover heb ik althans gehoord van Marokkanen en Antillianen- dat bij seks tussen mannen de “actieve” partner als meer mannelijk, en mogelijk hetero of bi, wordt gezien, terwijl je als “passieve” partner écht homo en vrouwelijk zou zijn.

    Seks tussen Marokkaanse jongens komt ook voor als “uitlaatklep”, dus ook als ze hetero zijn, ten gevolge van de traditioneel gescheiden leefwerelden van mannen en vrouwen. (Dit zal de laatste jaren wel wat veranderd zijn).

    En wat de agressie tegen homo’s betreft: ik denk (zoals ik in nr. 3 schreef) dat die op individueel niveau vooral het resultaat is van angst voor de eigen gevoelens, onzekerheid over rolpatronen en onwetendheid.

  15. Ik denk dat Olav gelijk heeft als hij in nr 15 de oorzaken van agressie tegen homo’s opnoemt.

    Waar ik persoonlijk beetje moe van word is dat gepraat erover. Hoe iemand tot zo’n agressie komt vind ik een zaak van hemzelf. Hele ketens hulpverlenende instanties bestaan er voor deze problemen.

    Ik als homo wil gewoon veilig hand in hand over straat kunnen, sorry maar aan de problemen van die anderen(want die zijn altijd zielig) heb ik geen boodschap.

    Waar we in vervallen in eindeloos gepraat, talloze onderzoeken in plaats van het probleem aanpakken daar waar t gebeurd op straat, oppakken en wat ze ermee doen, zal mij worst zijn.

  16. Het is geheel aan jou om je ergens niet voor te interesseren, Raymond, maar kom hier niet aan met geheel overbodige opmerkingen dat iets je niet interesseert want dat interesseert mij nou weer niet. Vermoei je niet voor niks zou ik zeggen, en verveel mij niet, okee?

  17. Nog een verhaal uit de oude doos dan. Ik was zelf eens een doelwit van geweld, geweld binnen het huwelijk. Niemand deed daar toen iets aan, je kon nergens heen, het werd nog algemeen gezien als een privéprobleem, vaak met een ondertoon van ‘er is altijd wel ergens wat’ of ‘ze zal het er wel naar gemaakt hebben’. Niet voor niets dus dat ik me ook bezig hield, toen de vrouwenbeweging losbarstte, met het thema geweld tegen vrouwen. Later gaf ik trainingen in de Balkanlanden, na de oorlogen, om vrouwengroepen te helpen met het opvangen van slachtoffers van verkrachting en ander geweld. Daar begon het me op een gegeven ogenblik te dagen dat je eindeloos bezig kunt zijn met het opvangen van slachtoffers als je niet wat aan de daders doet. En ik bedoel meer dan alleen oppakken, want ook al stop je ze een weekje in de gevangenis, daar worden ze niet zachtaardiger van en ze moeten er eens weer uit. Ik vond het dus belangrijk om me er meer in te verdiepen, samen met andere betrokkenen, wat die mannen bezielt, hoe ze er toe komen.

    Ik ben me er dus voor gaan interesseren hoe die mannen daders werden. Een oorzaak waren de oorlogstrauma’s. Het was dus belangrijk om meer te doen aan de opvang van mannen die uit de oorlog terugkwamen, en daar daders of slachtoffers waren geweest, of beide.

    Ook toen kreeg je misverstanden, er waren feministische vrouwen die vonden dat je als het ware overliep naar de vijand als je je bezig hield met de vraag wat die mannen bezielde en wat er aan te doen was. En dat je die mannen ‘het hand boven het hoofd hield’ als je probeerde te begrijpen wat ze er toe bracht en er over na wilde denken wat je preventief kon doen om er voor te zorgen dat er minder slachtoffers zouden vallen.

    Dit is de vergissing: dat ‘begrijpen’ hetzelfde zou zijn als ‘excuseren’. En dat kijken hoe je preventief zou kunnen werken om geweld tegen te gaan zou betekenen dat je wat strafbaar is niet zou bestraffen. Preventief werken doe je dus niet in plaats van jongens in de kraag grijpen die een misdrijf begaan, je doet het ook.

    Net als er toen vrouwen waren die daar absoluut niet aan mee wilden werken, zijn er nu homo’s die het niets vinden als je probeert er achter te komen om welke jonge mannen het gaat die komen tot geweld, en wat ze drijft. Zoals ik hierboven probeer. En wat er dus aan te doen valt. Maar al te vaak wordt de keten van geweld gevormd door mannen die eens zelf slachtoffer waren en vervolgens zelf weer slachtoffers maken – wil je de keten van slachtoffer dader slachtoffer doorbreken dan moet je dus meer doen dan boeven vangen. Wie daar niet aan mee wil werken of zich daar niet voor wenst te interesseren moet dat vooral zelf weten. Maar neem mij niet kwalijk als ik dat wel belangrijk vind.

  18. En wat zei ik nou hierboven, jongens? Heb ik niet net omstandig uitgelegd dat willen begrijpen hoe daders daders worden niet hetzelfde is als dat excuseren? Dus nee, ik ‘hou de homomeppers niet de hand boven het hoofd’. Kom hier niet met zulke rimram aanzetten.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *