Niet kapot te krijgen

Gisteren een klein feestje voor alle mensen die voor en achter de schermen mee hebben gedaan om de actie Nederland, niet kapot te krijgen tot een succes te maken. Het is in Nederland niet gebruikelijk om elkaar en onszelf al te zeer te prijzen, of stil te staan bij wat er goed is gegaan. Om, zoals Jan Andreae, een van de initiatiefnemers zei: het goede boven tafel te krijgen en je te laten benanken. Dus dat doen we hier, een kleine cultuurdoorbraak, wel. We moeten zelfs een oefening doen (echt Jan) en aan drie mensen die we nog niet kennen vertellen wat we hebben bijgedragen en dat zonder valse bescheidenheid. Het is meteen en mooie gelegenheid om wat mensen te leren kennen, want het is hier een héél erg bont gezelschap.

Nietkapot01

Nietkapot02

Nietkapot05

Het is in waanzinnig korte tijd gelukt om een campagne op te zetten, ambassadeurs te vinden, organisaties die het ondersteunen, geldschieters, media te interesseren waar normaal minstens een jaar voor staat. In de 21 dagen nadat de campagne was gelanceerd hebben 100.000 mensen de website bezocht. En de campagne gaat nog door. Leraren gaan meedoen en de affiche met de tekst bespreken in hun klassen. Er is contact met de tv.

Dan leest acteur Huub Stapel, een van de ambassadeurs nog eens de tekst voor en Jan zingt een lied over Kaïn en Abel.

Niet kapot03

Nietkapot04

We spreken na. Wat mij fascineert zijn de weerstanden die de campagne heeft opgeroepen. Daar was op gerekend. De campagne was vooral gericht op de ‘middenmoot’ van de bevolking, en niet op actief rechts of actief links. Dat is gelukt. Dat rechts niks moet hebben van activiteiten die de kloof binnen de bevolking wil overbruggen, dat is duidelijk. Maar waar hebben de weerstanden van links mee te maken?

Al pratende met iemand van het FNV die het ook niet makkelijk heeft gehad om de campagne aan medebestuurders en leden te verkopen komen we op een werkhypothese. Niet per se de waarheid en al helemaal niet de volledige waarheid, maar een interessante theorie om een tijdje mee te spelen. In de eerste plaats komen we uit de machoculturen van links. Dat uit zich zelden in regelrechte discriminatie van vrouwen, het uit zich meer in een stoere stijl van we zijn hier geen watjes. En alles wat neigt naar verzoening is in zo’n cultuur te soft en dient met enige wantrouwen bekeken te worden.

In de tweede plaats heeft links de neiging om alles te definiëren en de analyseren in termen van de tegenstelling tussen hoog en laag. Rijk versus arm. Kapitaal versus arbeid. Werknemers versus werkgevers. Macht van de staat versus bevolking. Conflicten die niet makkelijk in die termen zijn te begrijpen vallen buiten het gezichtsveld. Waar het op het ogenblik om gaat zijn conflicten binnen de bevolking. Horizontale conflicten, geen verticale. En daar voelt een groot deel van links zich erg ongemakkelijk bij, want dat is niet op te lossen met een vuist maken en de rijen sluiten tegen de klassevijand. Het ongemakkelijke is bovendien dat je als links niet automatisch gelijk hebt en een hand in eigen boezem moet steken. En daar is links niet erg in getraind.

Ik kom zelf uit de cultuur van de hulpverlening. Ik heb jarenlang in een ander ‘paradigma’ gezeten, om het zo even te zeggen. Daar ging het voor een groot gedeelte om horizontale conflicten. Ik heb dus geleerd wat je ‘meervoudige partijdigheid’ noemt, naar meerdere partijen in een conflict luisteren en niet maar op te komen voor één ervan, en op het dwangmatige af de hand in eigen boezem te steken. Ook in mijn werk in de Balkan ging het vaak om conflicten tussen mensen, Kroaten en Serven, of in Zuid Afrika, tussen zwart, wit en gekleurd. Voor mij is het wel eens verfrissend om in een cultuur te zitten die niet elke emotionele piep van iemand binnenstebuiten keert en analyseert – hoe komt dit op jou over, hoe voel je je nou? – en het is verruimend om de aandacht te vestigen op de structurele oorzaken van ongelijkheid in plaats van alleen te kijken wat mensen elkaar aandoen. Andere kant is dat ik nogal eens bots op een onvermogen of onwil om naar de onderlinge relaties te kijken. Slechte onderlinge relaties geeft een boel energieverlies. En (nog) niet kunnen begeleiden van veranderingsprocessen tussen mensen maakt links een stuk minder effectief dan we zouden kunnen zijn en zouden moeten zijn in deze moeilijke en uitdagende tijden.

Nou, interessant dus.
Zo blijft een mens aan het denken.
Nooit één saai moment.

Eén gedachte over “Niet kapot te krijgen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *