Na de verkiezingen: zoeken naar antwoorden (6)

Ook Plasterk zegt het: de PvdA is het kontakt kwijt met de achterban in de volkswijken. (hier)

Evelien Tonkens zet haar betoog over het succes van het populisme, en de kloof tussen hoogopgeleiden en laagopgeleiden in haar column van gisteren voort. Er is vrijwel geen sprake meer van verticale binding tussen de klassen, zei ze al. Dat betekent onder andere dat de hoogopgeleiden weinig idee hebben van wat de laagopgeleiden beweegt. En hen dus, politiek gezien, nauwelijks kunnen vertegenwoordigen. Voorbeeld: de globalisering is veel bedreigender voor laagopgeleiden: het betekent een dreigend verlies aan werk dat naar India verdwijnt, of illegale onderhuur in de buurt voor de Polen die hierheen komen. De hoogopgeleiden hebben daar geen last van, voor hen is de globalisering eerder verrijkend – het geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid op contacten en banen in andere landen. ‘Zo ontstaat de kloof tussen hogeropgeleide kosmopolieten en lageropgeleide nationalisten’, zegt Tonkens. Door het ontbreken van verticale bindingen blijven wederzijdse leerprocessen uit.

‘De elite ontbeert eerstehands verhalen over deze schaduwzijden van globalisering. Lageropgeleiden ontberen contacten en rolmodellen die hen hogerop kunnen helpen. Populisme is geen oplossing, maar is zelf uitdrukking van dit probleem. Populisten hebben geen verheffingsagenda. De PVV wil niemand opvoeden, ontwikkelen, verrijken of bevrijden. De PVV wil alleen sommige mensen hun plaats wijzen, de mond snoeren, bonussen afhandig maken of uit het land verjagen. Dat onderscheidt populistische partijen van traditionele partijen, die wel een verheffingsagenda hadden. Die nu massaal voor populisten ingewisselde PvdA voorop. De andere partijen zijn over verheffing aarzelend geworden – de PvdA wederom voorop. Begrijpelijk, want verheffing is moeilijker geworden. Zelfs als je hem meer symmetrisch maakt en dus claimt dat de hogere klasse ook van de lagere te leren heeft. Want wie gelooft nog dat hij een ander iets te leren heeft?”

Zo. Tijd voor een persoonlijk terzijde, want hier buitelen bij mij de associaties door de kop. Dit wil ik als eerste zeggen, want daar kwam kritiek op en terecht: we moeten niet doen alsof ‘laagopgeleid’ gelijk staat aan Tokkies die Wilders stemmen, en we hoeven ook geen illusies te hebben dat alle hoogopgeleiden vanzelf politiek progressief zijn. De Wildersaanhang blijkt dwars door onze standenmaatschappij heen te vinden. Wat niet weg neemt dat de kloof tussen hoog- en laagopgeleid, waar Tonkens het over heeft een rol speelt.

Dan een persoonlijk verhaal: ik ben destijds nog opgeleid als vormingswerker, een begrip dat nu bijna niemand meer kent. Als socialist, toen al, ging ik er van uit dat het mogelijk, en wenselijk was, om mensen onderaan de maatschappij te ondersteunen bij het doorleren, niet zozeer per se het formele doorleren, maar het ontwikkelen van zelfbewustzijn en politiek bewustzijn, bijvoorbeeld, door de geschiedenis te kennen van de arbeidersbeweging. In die tijd hadden socialisten geen moeite met het idee van volksverheffing, dat vaak scholing werd genoemd. Deel uitmaken van de arbeidersklasse was niet genoeg, het ging er om om een politiek bewuste arbeidersklasse te creëren, mensen die zich niet schaamden voor hun afkomst, maar hun trots herwonnen door te begrijpen waar ze vandaan kwamen en waar ze heen gingen, mensen die ‘die van boven’ konden pareren met hun kennis van hoe de wereld er echt uit zag. Ik herinner me nog hoe geschokt ik was toen iemand me uitlegde – ook ik deed aan scholing – dat de werkgevers eigenlijk degenen waren die de arbeid van anderen namen, en de werknemers degenen die de meerwaarde van hun arbeid afstonden, aan de rijken die daar nog rijker van werden. Tjee, dacht ik, waarom hebben we dat op school niet geleerd?

De kunst was, met die volksverheffing, met dat vormingswerk, om dat niet paternalistisch te doen, niet van boven naar beneden maar met respect. Ik denk dat dat kon. Ik denk nog steeds dat dat kan, lesgeven, scholen, trainen, op voet van gelijkwaardigheid, zonder de verschillen – dat de een op een bepaald vlak meer kennis heeft dan een ander – te ontkennen. Maar het is een ouderwets idee geworden, en ik heb wel eens gezegd dat ik ‘vorming’, als begrip, wel terug zou willen veroveren op de geschiedenis.

Ik heb het wel eens verteld, ik heb meer dan twintig jaar les gegeven, aan hulpverleners, praktische beroepskrachten met een vracht aan persoonlijke en professionele ervaring. Dat was heerlijk werken: ik leerde van hen over de praktijk, ik gaf dat weer terug als inzicht en theorie, zij gingen daarmee aan het werk en gaven mij weer hun commentaar en kritiek. Eigenlijk, het moet de bezoekers van dit weblog op zijn gevallen, ben ik nog steeds vooral een docent, meer dan een politica.

Maar is daar nog behoefte aan? Bij sommigen wel, in ieder geval. Maar ik denk dat Tonkens gelijk heeft met het beschrijven van een verandering: bij de lageropgeleiden die achter de PVV aanlopen nou juist helemaal niet. Mijn kennismaking met het fenomeen was nogal abrupt. Argeloos begon ik aan dit weblog, vijf jaar geleden, zonder te beseffen dat ik daarmee afdaalde in een wereld die ik niet kende. Je kunt het – positief – de emancipatie noemen van de maatschappelijke onderkant die het niet zoekt bij het socialisme maar juist bij rechts populisme (ja ja ik weet het, er zijn ook hogeropgeleide aanhangers van de PVV). Dit waren de kenmerken waar ik al snel mee te maken kreeg, juist omdat ik ongeveer in alles aan een andere kant stond: een agressieve en persoonlijk aanvallende stijl, een absolute minachting voor kennis en deskundigheid, zelfs het feit dat je ergens misschien meer ervaring in had bleek niet meer te tellen, veel persoonlijke verongelijktheid die door de kieren van de verhalen kwam, en veel trappen naar onderen – de allochtonen, de moslims, en naar boven – de zakkenvullers, de grachtengordel, de intellectuelen en andere mensen die kennelijk denken dat ze beter zijn dan wij. Inderdaad, nationalisme, ‘onze cultuur’, ‘wij het volk’, ‘zij moeten zich maar aanpassen en anders hoepelen ze maar op’, en een volstrekte afwijzing van alles wat ik tot de waarden van mijn cultuur rekende: solidariteit, belangstelling voor wat anders is, een multiculturele samenleving. Leven en laten leven. De gedachte dat je er nooit slechter van werd als je de moeite nam om je in anderen te verdiepen.

Dat laatste werd bij de confrontatie met mensen die helemaal niet geïnteresseerd waren zich in een ander te verdiepen zwaar op de proef gesteld. En opeens werd ik een van de pet hates van de maand. Wat ik nauwelijks was toen ik nog boeken schreef. Maar wel toen ik afdaalde in de mentale onderwereld van het web. Ik wist wel dat er populisten waren, ik wist niet dat er zoveel agressie bezig was zich te verzamelen, met een fikse haat tegen alles wat links was, alles wat niet bereid was om migranten en moslims als persoonlijke vijanden te beschouwen – met een geheel eigen taal om mensen als mij weg te zetten. Het voordeel: ik zag deze afwending van links, terwijl ik nog steeds oprecht geloof dat de Wildersaanhangers, als ze even nadachten, zouden begrijpen dat hun belangen niet vertegenwoordigd worden door rechts en al helemaal niet door de PVV – wel aankomen.

Terug naar Tonkens.

‘Veel meer dan de kloof tussen burgers en politiek moet de kloof tussen de klassen ons zorgen baren. De inkomensverschillen zijn enorm toegenomen, de lagere klassen zijn nog nauwelijks in de politiek vertegenwoordigd en er is tussen de klassen nog nauwelijks contact. Politieke partijen, vakbonden en kerken waren ooit de belangrijkste organisaties die dat contact vormgaven. Hun ledentallen zijn gedecimeerd. De politieke elite is een in zichzelf gekeerd gezelschap geworden. Een PvdA-Kamerlid heeft meer gemeen met een Kamerlid van enige andere partij dan met een PvdA-stemmer uit het achterland. Alleen de SP en de Leefbaren hebben nog verticale bindingen. En uitvoerende professionals als onderwijzers en hulpverleners natuurlijk. Wat te doen? Allereerst de weinige bestaande pogingen tot overbrugging van de klassenkloof prijzen en blijven koesteren.

Mooi dat Tonkens de SP noemt. Waar. Maar. Ook wij moeten de hand in eigen boezem steken en ons afvragen waarom ook wij die onvrede aan de onderkant niet voldoende weten om te buigen, en weten te mobiliseren.

Ik kom er nog op terug.

5 gedachten over “Na de verkiezingen: zoeken naar antwoorden (6)

  1. Tonkens is wel erg academisch bezig. Dat kan, maar een kiezer is in mijn opinie geen gemakkelijke speelbal die zomaar reageert op begrippen als klassenverschil of opleidingsniveau. Dat is te ingewikkeld en ik vraag me af of de kiezer daar zelf ook op zou zijn gekomen. Als het al een rol zou spelen dan alleen in de constatering dat het bankdirecteuren waren die er een puinhoop van hebben gemaakt en niet de glazenwasser van portiek 7.

    En daarbij, waarom zou die glazenwasser zelf die kloof op dat niveau gedicht willen hebben? Hij is gelukkig met wat hij doet en moet er niet aan denken ooit nog een schoolboek open te slaan. Laat hem, maar zorg voor hem. Want dat is wat hij verwacht van diegene die wel hebben doorgeleerd en de touwtjes in handen hebben. De kiezer heeft nu een keer heel hard terug getrokken en dat lijkt me reden genoeg om te beseffen dat verantwoordelijkheid nemen voor een ander niet zozeer betekent dat je hem begrijpt maar dat je die ander kan invoelen.

  2. De mensen die PVV stemmen komen niet uit de volkswijken en ze zijn ook geen sociaal zwakkeren.
    Het zijn ook geen voormalige PvdA kiezers.
    Het zijn overwegend mensen met een middelbare opleiding en ze wonen in overwegend blanke middenstandswijken , stemde bij de vorige verkiezingen VVD of CDA of stemde niet.
    Ze komen dus niet uit ¨de volksbuurten¨.
    Als je kijkt waar de PvdA kiezer naartoe is gegaan dan is dat overwegend Groenlinks en D66 en niet de PVV.
    Maar ik heb het idee dat ik een beetje in herhaling val.

  3. (2) De mensen die PVV stemmen komen ook uit de volkswijken maar niet alleen maar uit de volkswijken, Hendrik.
    Het zijn niet overwegend mensen met een middelbare opleiding, maar ook mensen met een middelbare opleiding.

    En hoeveel voormalige kiezers van de PvdA naar de PVV zijn gegaan weet ik niet, maar dit is duidelijk: het is hen niet gelukt om tegenwicht te bieden, en er zijn meer stemmen gegaan naar de twee partijen die zich luid en duidelijk tegen Wilders hebben afgezet, D66 en GroenLinks.

    Ja, je valt een beetje in herhaling.

  4. (1) Ik geloof dat je niet helemaal door hebt wat Tonkens zegt, Menno. Het belangrijkste is dat er sprake is van een ‘elite’ die de globalisering als positief ervaart en weinig meer weet van de mensen ‘onderaan’.

    Verder heb je, waarschijnlijk zonder dat te willen, een nogal neerbuigend idee over de exemplarische glazenwasser. Alsof die nooit een boek zou willen lezen, en alsof de elite voor hem moet ‘zorgen’. Mij lijkt het dat het vooral de glazenwassers zijn in onze samenleving die voor de elite zorgen.

    Waar het uiteraard om gaat is dat er meer werkelijke belangstelling komt voor de zaken waar de mensen ‘onderaan’ last van hebben. En daar heeft een deel van die elite kennelijk te weinig idee van, met het gevolg dat een deel van de bevolking gemanipuleerd kan worden door rechts, met een valse analyse, veel onderbuik en geen oplossingen.

  5. Het winnen van Geert Wilders is denk ik te wijten aan het feit dat hij zaken in een kort, simpel verhaal kan uitleggen (zijn verhaal dan uiteraard) Daarnaast heeft Geert Wilders de wind in de rug met zijn aanstaande vervolging door justitie. Daarnaast weet Wilders munt te slaan uit het feit dat het kabinet hun beleid slecht weet te verkopen.

    Wilders weet handig met de media om te gaan, en hij weet het verhaal zo te maken dat het op het eerste gezicht logisch lijkt. Zinnen als: “oma verpieterd in het verpleeghuis, de staatssecretaris heeft geen extra geld voor de zorg, en dat terwijl er wel geld is voor een generaal pardon en gratis inburgeringscursussen”, dat soort zinnen blijven hangen bij mensen. En de staatssecretaris van volksgezondheid verergerd het negatieve gevoel bij de mensen alleen maar meer (als ik haar hoofd zie dan doet ze me denken aan de tandartsassistente uit de amerikaanse horrorfilm “the dentist”)

    Maar dan: geert wilders komt vervolgens niet met concrete oplossingen om de zorg te verbeteren. Hij is een keer met een tegenbegroting gekomen, maar dat was het dan ook wel. De SP kan wilders makkelijk de baas. De SP moet Wilders volop gaan doorzagen: hoe wilt u de zorg verbeteren, hoe wilt u het onderwijs verbeteren etc. Dan valt hij snel door de mand. Leg geert wilders het vuur aan de schenen bij de plenaire debatten, niet met boodschappen als: dat mag u allemaal niet zeggen mijnheer wilders, maar met gedetailleerde vragen over zijn gedetaileerde oplossingen voor o.a. de zorg en het onderwijs.

    Dat zal vermakelijke beelden gaan opleveren, want wilders zal voor het oog van de camera door de mand gaan vallen. De SP heeft 25 kanjers van kamerleden, ik ben er van overtuigd dat het hen zal gaan lukken om wilders te ontmaskeren.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *