4 mei

bos-en-l-501.jpg
(Dodenherdenking, Bos en Lommer, 2008)

Het is me door de jaren heen al zo vaak overkomen. April, mei, de dagen worden langer en lichter, het eerste frisse groen komt terug, en voor het eerst kun je weer buiten zitten. Heerlijk. En dan, elke keer weer even onverwacht, overvalt me een zwaarmoedigheid. De tranen zitten los – nou zitten die met het stijgen van de leeftijd sowieso losser, heb ik gemerkt. Alsof je huid alleen maar dunner wordt, en te veel doorlaat. En net als ik denk, wat heb ik nou, de zon schijnt, het is weer lente, waar heb ik last van, herinner ik het me: shit, het is weer bijna oorlog. Het is weer bijna 4 mei, er is geen ontkomen aan.

En mocht ik niet op de kalender hebben gekeken, dan zijn het de kranten die er vol mee staan. De oorlog, dat wil zeggen onze oorlog, want al riepen we in koor dat nooit meer, het was de laatste niet. Veel mensen die nu al ouder zijn zullen de ervaring hebben dat de oorlog niet verder af komt te liggen, maar steeds dichterbij komt. Misschien omdat we beseffen dat we de laatste mensen nog kennen die het echt hebben meegemaakt, en er al zoveel zijn vertrokken. En dat het besef van de mensen die toen niet terug zijn gekomen omdat ze vervolgd en vermoord werden, en de mensen die in het verzet hebben gezeten en dat niet hebben overleefd, nu vermengd raakt met de herinnering aan al die mensen die sindsdien zijn overleden, die hun herinneringen hebben meegenomen. Misschien is het ook dat besef dat er nog zo weinig mensen over zijn die er bij waren dat maakt dat er nu zoveel boeken zijn geschreven, zoveel mensen zijn geïnterviewd. Of dat een vrouw als Selma Wijnberg, die Sobibor overleefde, nu 78 jaar oud, (hier) en net als veel andere joodse overlevenden schandelijk werd behandeld toen ze weer terugkwam, nu eindelijk door minister Klink onze excuses kreeg aangeboden. Nog net op tijd, kun je denken, maar tegelijk: veel en veel te laat. In de komende jaren de laatste kans dat de mensen zelf hun verhaal nog kunnen vertellen. En dan is het echt voorbij.

Maar toch nooit echt voorbij. Ik ben zelf nog net een oorlogskind, maar te jong om er herinneringen aan te hebben. Toch het is onmiskenbaar dat ik net als veel kinderen van nog net in of net na de oorlog beïnvloed ben, al zijn we dat allemaal op een andere manier. Ik ken kinderen van verzetsmensen die al heel jong bewust geconfronteerd werden met de gruwelen van de vervolging, moet een kind al foto’s zien van concentratiekampen? – en als het ware een opdracht meekregen, jij, jouw generatie, gaat er voor zorgen dat het nooit meer gebeurt. Bij mij thuis werd er niet over gepraat, maar hoe kwam ik op het idee om al zo jong alles te lezen over bezetting en jodenvervolging wat ik vinden kon? Pas van Lou de Jong, een vriend van vrienden, kreeg ik het echte verhaal over mijn familie te horen. En weer anderen die ik heb leren kennen, leden een groot deel van hun leven onder het feit dat hun ouders fout waren geweest. Kun je honderd keer zeggen dat ze niet verantwoordelijk zijn voor wat hun ouders hebben gedaan, toch is het een loden last, en een onmogelijke opgave, hoe kun je houden van mensen die medeplichtig waren aan het weghalen van joodse buren, maar aan de andere kant, kun je het opbrengen om niet van ze te houden? Die onoplosbare vraag: hoe kon het dat mensen dat andere mensen aandeden?

En misschien is dat ook een reden waarom het me zwaar te moede is, dit jaar, nu het weer 4 mei is geworden. Deze tijd waarin wij leven. Het is een nieuw taboe geworden dat je niet mag vergelijken, en toch weet ik dat veel mensen met enig besef van wat er toen is gebeurd niet anders kunnen dan vergelijken en niets anders kunnen dan zich zich zorgen maken, net als Hannie van Leeuwen, hieronder. Want hoe groot is de vraag, en na alles wat we er van weten nog steeds in wezen onbeantwoordbare vraag: hoe het kon gebeuren, hoe kon in een beschaafd land, die industriële uitroeiing van mensen plaatsvinden die niets hadden gedaan behalve dat ze ‘anders’ waren en geschikt waren als zondebok te fungeren? Hoe onvergelijkbaar ook, toch doemt daar weer die vraag op hoe het begon: met het als inferieur en minder menselijk verklaren van een een deel van de bevolking. Ze bestempelen als ‘anders’, en ‘minder’ en zelfs als gevaarlijk. Inderdaad, dat gebeurt weer, net als toen. En dus opnieuw de vraag: wie zijn het dat die dat doen en waarom? Hoe manipuleerbaar blijken mensen? Hoe ontstaat die angst voor de ander en hoe komt die angst aan de macht? En weten we heel erg zeker waar dat eindigt, weten we heel zeker dat we nu als burgers voldoende weerbaar zijn om het nooit meer zo ver te laten komen?

Straks, tijdens de herdenking, zal ik in mijn eigen buurt de kleine plechtigheid bijwonen. De Rivierenbuurt in Amsterdam is vol met verhalen, van de joden die hier woonden en die niet meer terugkwamen, van de verzetsstrijders, sommigen communisten die werkten in de tramremise. We hebben hier het Kindermonument, en de fusilladeplaats Rozenoord. Ik ben gevraagd om het woord te voeren, een paar minuten maar. Ik weet nog steeds niet wat ik ga zeggen. Misschien ben ik voor het eerst maar eens sprakeloos.

16 gedachten over “4 mei

  1. Ja, wat een bizar contrast is dat steeds hè? Die mooie natuur en de herinnering aan al die ellende! En het feit dat we er niets van geleerd lijken te hebben.
    Ik kan me voorstellen dat je even niet meer weet wat je nog moet zeggen.
    Sterkte en soemoed!

  2. Ja Anja, met het klimmen der jaren gaan de tranen losser zitten.
    Ik ben nu bijna 81, toen de oorlog afgelopen was bijna 16 jaar.
    Ondanks mijn vrij hoge leeftijd is er nog zoveel niet opgelost.
    Wellicht zal dat ook nooit gebeuren. Misschien door mijn leeftijd, vind ik de eerste dagen van mei steeds moeilijker worden.
    Je hebt e.e.a. prachtig en m.i. juist verwoord.

    Jan.N

  3. Oorlog niet direct meegemaakt, maar de verhalen van ouders opa en oma nooit vergeten. Ze waren geen helden, het waren gewoon mensen die wilde overleven. In die twee minuten denk ik daar nog altijd aan. Liefst buiten, het heerlijke contrast.Die stilte en dan de vogels en bijen die gaan gewoon door.Het zijn maar twee minuten, maar zo belangrijk om te blijven doen.

  4. Al ben ik na de Tweede Wereldoorlog geboren, ik herinner mij nog heel goed de echo ervan in mijn jonge jaren in de jaren vijftig. De afschuwelijke foto’s van de gebeurtenissen in de concentratiekampen. Het dagboek van Anne Frank. De foto van Mussert in de kruipruimte. (Mijn ouderlijk huis toen was voorheen van de beruchte oorlogsmisdadiger Patist geweest, die naar het Spanje van Franco was ontkomen). Enz. En daar bovenop de Koude Oorlogssfeer.

    De 4 mei-herdenking blijft actueel, zeker ook als die mede in de context wordt geplaatst van nieuwe historische ontwikkelingen en gebeurtenissen. Dan blijft de vierde mei als ijkmoment bestaan, ook als de laatsten die de Tweede Wereldoorlog persoonlijk hebben meegemaakt en de volgende generatie-slachtoffers niet meer leven. Dan gaat het niet meer alleen om “herdenken” of “gedenken”, maar wat mij betreft nog beter: “overdenken”.
    Ook nu wordt z.g. “burgermoed” gevraagd. Bv. ook om generalisering, etikettering en criminalisering van medelanders die in meer of mindere mate de Islam aanhangen te bestrijden.

  5. Over herdenken gesproken.

    Woensdagavond keek ik naar de documentaire van Yoav Shamir, een Israelische (IL) Documentaire uit 2009. Hij wil weten wat antisemitisme in deze tijd, twee generaties na de Holocaust, betekent.Met name de ‘verwerpelijke’ (TJ) rol van de ADL, Amerikaanse Anti Defamation League,krijg je onverbloed te zien.

    Ik was aangedaan over wat ik in de documentaire zag en hoorde. Israëlische kinderen leren al op jonge leeftijd op school dat de hele wereld hen haat en dat ze daarom in het leger moeten om zich te verdedigen. En als je niks voelt bij het horen over de holocaust dan mag je naar Ausschwitz en dan gaan ze je daar net zo lang bewerken, de leerkrachten, dat je aan het einde van de rit in huilen uitbarst en daarna nog banger naar huis terugkeert met nog maar 1 ding in je hoofd, de wereld is tegen de joden en wij moeten ons beschermen. ‘Ach’, zei een meije, ‘als ze een Palestijns huis bombarderen dan denk ik: dat is niet zo erg. Wat wij hebben meegemaakt dat is pas erg. Niemand op de hele wereld heeft zoiets ergs meegemaakt dan wij Joden’.

    Vriend Finkelstein kwam ook aan het woord. Hij is het zo beu dat marketen van de holocaust, en terecht. En “The Holocaust Lobby” moet ook maar verplichte kost worden.

    Herdenken, zoals dit hier wordt gedaan op 4 mei is voor mij niet meer mogeljk.

    Hierbij spreek ik de wens uit dat er een einde zal komen aan alle oorlogen overal ter wereld. Hieraan zal een main shift in de organisatie van onze samenleving vooraf moeten gaan. De economie niet langer meer als motor van onze samenleving.

    Wie heeft deze docu gezien?

  6. Al in 1961 was ik bang dat ze nooit meer holocaust-documentaires zouden maken. We hadden net televisie, en ik was toen acht. De wereld moest het blijven zien, het mocht niet vergeten worden. Mijn ouders hadden ook sterk geleden onder de oorlog, en ik voelde dat. Dit nooit meer. Het zou hier niet meer gebeuren, dacht ik, maar het moest overal voorkomen worden. Ik was acht..
    Sindsdien zag ik elk jaar zeker 3 Holocaust-documentaires, en was blij, dat ze die elke keer toch weer opnieuw interessant wisten te maken.

    Maar the times are over, sinds een jaar of zeven. Ik wordt ziek van 4-5 mei, echt. Alle lessen uit de Holocaust en WOII worden hier weer in de prullenbak gegooid inzake Israel, en degenen die binnen Nederland verantwoordelijk zijn voor het Europese beleid, dat die ellende aan de gang houdt, zie je treuren en salueren op de Dam. En op 5 mei het eren van de beginselen, die de politiek de Palestijnen niet gunt. 4-5 mei zijn de dagen der grote beschaming geworden, en van de ontkenning van onze medewerking aan die ellende. En dit jaar voelt het harder, want de zaak is niet eens een verkiezings-item. En dan het contrast met de lente nog. Ik gun iedereen vooral veel regenbuien. 🙂

  7. Ik meen het echt dat iedereen het zelf moet weten of je nog wilt herdenken op 4 mei of niet. Ik heb een tijd gehad dat ik dacht: ik heb het wel gehad. Zo met joodse familie, vrienden, gelieven meegeleefd, zelf zo bezig geweest met de vraag hoe het kon gebeuren. En dan de ergernis, dat er ook mensen zijn die alleen maar willen herdenken wat er toen gebeurde, en de lijn niet door kunnen trekken – op die manier kunnen we wel eeuw na eeuw met herdenkingen blijven vullen.

    Bij mij is dat gevoel weer terug gekomen. Ik was voor het eerst weer echt diep ontroerd op de Noordermarkt, tussen de oud-CPNers. Oude mensen die de tranen over de wangen biggelden. En nu denk ik: ik wil toch, maar ik zoek een plek op waar het echt goed is. Ik was heel gelukkig met de herdenking in Bos en Lommer toen er een paar mensen van de moskee een krans legden. Kan ik nog van janken, van de hardnekkige hoop dat het toch beter kan. En nu was ik gevraagd in de Rivierenbuurt, en dat klopte ook. Integer, echt, de mensen die nog weten waar het om te doen is. Deed mij echt goed.

  8. Anja en Serge, Jullie verwoorden hier precies mijn gemengde denken en gevoelens. In vroegere jaren waren mijn gedachten op 4 mei alleen gericht op allen die zoveel leed moesten ondergaan.
    Het kan en mag ook nooit meer gebeuren! Daarom hangt bij mij, als bij enige in de straat, de vlag halfstok.
    Maar dagen lang komt ook dat “Spook” weer om het hoekje gluren.
    Dan beleef ik alles weer opnieuw wat de Palestijnse kinderen, waar ik jarenlang zorg en verantwoording voor droeg, werd, en nog wordt, aangedaan.
    Je hebt gelijk Anja, het zijn 2 verschillende gebeurtenissen.
    1940-1945 en 1948 tot heden en hoe lang nog?
    We mogen 1940-1945 nooit vergeten! Ook de Israeli’s zullen dat niet doen en daarom is het zo verschrikkelijk dat juist zij het zijn die mensen opsluiten en het leven voor de Palestijnen ondragelijk maken.
    Als het zou kunnen zou ik, juist deze dagen, de Israeli’s eens flink bij de schouders willen pakken en hen toe willen roepen: Weet je wel wat jullie aan het doen zijn? Waarom proberen jullie het respect en de sympathie die ik altijd voor jullie had terug te dringen tot nul komma nul?
    En nu is het genoeg geweest, ruim je rommel op, ga naar huis en blijf in het vervolg met je handen van die kinderen af!
    En als je het nog eenmaal waag om je piefpaf op me te richten of me nog eens, eenzaam, urenlang in het kot te laten zitten, alleen om het feit dat aan Palestijnse kinderen hulp verleent wordt, dan sta ik niet voor mezelf in!
    Zo breng je niet alleen Palestijnen in de vernieling maar ook wereldwijd de mensen die tussen mensen,van welke afkomst dan ook, geen onderscheidt wensen te maken.

    Groet,
    Gerrie

  9. Doordat wij allen gekoppeld zijn aan het belastingsysteem in Nederland, kan er niet meer gesproken worden van integriteit.

    Ik betaal mee aan het ‘doodmaken’ van ‘de vijand’ ‘van het moment’.

    Met andere woorden , ik kan in feite door mijn goed burgerschap niet integer zijn op de wijze waarop ik integer wil zijn.

    Dat is iemand beroven van in mijn ogen het hoogste goed!

    En daarom kan ik daar ook niet meer naartoe en kan ik er ook niet meer naar kijken op de televisie.

    Dat hele herdenken heeft volgens mij nog helemaal geen positief effect gehad op: het niet meer ten strijde trekken tegen anderen, of om anderen niet meer te haten. Dus waarom herdenken?

    Nooit meer oorlog, nergens meer, vraagt om een anders denken dan dat wij tot nu toe hebben gedaan tijdens het herdenken, dat moge gezien de dagelijkse gang van zaken in de wereld evident.

  10. Ik kan me niet erg vinden in jouw redenatie, Tess. Je lijkt nogal absoluut te denken, alsof integriteit op geen enkele manier mogelijk is omdat we belasting betalen. Je moet natuurlijk zelf weten of je wilt herdenken of niet. Ik deed dat wel, ik heb nu juist te ervaring gehad dat véél mensen met elkaar de gedachte deelden dat we nooit meer een andere groep mensen tot zondebok mogen maken en het lijkt me juist nu heel belangrijk om dat levend te houden. Het lijkt er op alsof je ongeveer alles afwijst en geen enkel ander alternatief hebt dan dat we ‘anders moeten denken’. Ik zie in jouw betoog geen enkele aanzet tot een perspectief waar we ook echt wat mee kunnen, helaas.

  11. Voor wat het eerste punt bereft kan ik alleen maar zeggen dat ik anderen nooit zal beletten om deel te nemen aan een herdenking. Ook zal ik anderen niet negatief benaderen daarom. Ik kan mij heel goed beheersen en ik bezit de mogelijkheid tot liefhebben van de ander zoals ik mijzelf liefheb met al mijn tekortkomingen.

    Ik schreef dat ‘ik’ niet meer kan herdenken en dat mijn integriteit,ernstig is aangetast, omdat ik onderdaan ben van een natie die op dit moment verwikkeld is in allerlei vieze oorlogen, waar slachtoffers vallen en huizen, land en dieren verwoest worden.

    Gebleken is dat herdenken daar nog geen verandering in heeft gebracht.

    Onderdaan zijn van deze natie verplicht mij elke maand een financiële bijdrage te leveren aan oorlogen die elders gevoerd worden. Ik kan daar niets aan doen. Behalve dan mijn koffer pakken en weggaan. Welke landen op de wereld zijn nog niet verwikkeld in het web van oorlogvoeren?

    Wil ik wel weg … kan ik wel weg?

    Ik weet van de oorlogen en van de vele doden. Als ik wakker wordt op vier mei, starten er allerlei programma’s in mijn hoofd die mij laten weten dat ik een oorlog moet herdenken die nooit meer mag plaatsvinden en dat ik de dag erna mijn bevrijding vier.

    Ik voel mij niet bevrijd. Integendeel, ik voel mij gevangen in een systeem waar ik geen enkele invloed op kan uitoefenen. Althans zo lijkt het vooralsnog. Het niet meer deelnemen aan de herdenking is waarschijnlijk een ‘klein verzet’ van mij, waardoor ik mij even bevrijd kan voelen. Paradoxaal? Nee toch niet.

    Overigens jij hebt mij wel echt verkeerd begrepen. Ik zeg niet dan andere mensen niet integer zijn. De meeste mensen leggen de link niet van belastingbetalen en actief meedoen aan oorlogen elders. Dat krijg je ook niet op een specificatie elke maand in de bus. Laat The Shockdoctrine zien en wat zeggen zelfs sommige ‘intellecteulen’ die zich links noemen: ‘het is een overdreven eenzijdig verhaaltje om mensen op te ruien’.

    Herdenk gerust en je mag van mij later ook zeggen, ik heb het allemaal niet geweten, maar ik heb niet de illusie dat herdenken oorlogen kan vermijden.

    Herdenk desnoods de saamhorigheid van de mens. Wij hebben allemaal pijn. Herdenk de onmacht … daar klaar je van op.

    Anja: “En ik hoor overigens van jou geen ander alternatief dan ‘anders denken’. En dat schiet dus niet erg op, Tess”.

    Dat is een drogreden. Mij min of meer in de hoek drukken van een niet ruimdenkend mens die geen alternatieven heeft, om zo mijn standpunt te ondermijnen dat ik niet meer kan herdenken vanwege mijn natielidmaatschap.

    Laten we beginnen met ontwapening wereldwijd. Voorts laten we de economie ‘umgestalten’. Er zijn genoeg intelligente mensen die andere manieren van zakendoen hebben onderzocht en uitgewerkt, te beginnen met duurzaam produceren en duurzaam te leven. Dat is het prille begin.

    2 sterke alternatieven dacht ik zo.

  12. Ik neem zonder meer aan dat je het goed bedoelt, Tess, maar we spreken niet dezelfde taal. ‘Beginnen met de ontwapening wereldwijd’, ‘de economie ‘umgestalten”, zolang daar geen enkel idee bij is hoe je dat voor elkaar krijgt is het voor mij geen alternatief, het is wensdenken. Zo heb ik ook nog wel wat zaken voor mijn verlanglijst. Dus nog eens: het schiet niet erg op, zo.
    Neemt niet weg dat ik je het beste wens.

  13. Tot slot Anja, ik ben geen politica, en ik meen dan het goed is om aan te geven – op een vreedzame manier – waar je als burger tegen aan loopt. Ik stem SP omdat ik me daar tot nu toe nog het beste in kan vinden voor wat betreft het sociale beleid. Eigenlijk zou ik een combinatie willen van SP en de Dierenpartij.

    Je hebt mij wel aan het denken gezet, waarvoor mijn dank.

    Voeding voor mijn volgende stappen die ik ga zetten.

    Het allerbeste en ik heb ook respect voor jouw benadering.

    Tess

  14. @ 12 Tess en algemeen

    Tess: Nederland neemt niet alleen deel aan oorlogen, maar is ook een belangrijk wapenexporterend land, zoals je misschien wel, of misschien niet weet.
    Het anti-militarisme is op dit moment een kleine beweging in Nederland en mondiaal. De campagne tegen de wapenhandel: ze bestaat, google voor de website. Ook is er nog steeds: Het anti-militaristisch onderzoekskollektief VD Amok, ook zij hebben een site en ze geven ook een blad uit. Als individu kun je meer dan alleen je parlementaire stemrecht gebruiken, je kunt ook – financieel of anders – bijdragen aan deze organisaties. Soms wordt een ingezonden brief over een (anti)-militair onderwerp ook echt geplaatst in onze kwaliteitspers…

    En verder: morgen vindt er op de begraafplaats Esterwegen, in Duitsland, dicht bij Papenburg, een eindje over de Groningse grens met Duitsland de 8 mei-herdenking plaats (15.00 uur). In dit voormalige moerasgebied is Hitler vanaf 1933 begonnen met het onderbrengen van mensen in kampen, door dwangarbeid is dit veengebied ontgonnen. Eerst (be-)trof het Duitse tegenstanders van het nazisme: communisten, socialisten, vakbondsleden enz. In het Eemslandgebied zijn er tot 1945 15 kampen geweest, waarvan die bij Esterwegen er een was. Later werden er krijgsgevangenen ondergebracht en ook deserteurs van het Duitse leger.
    De gezamenlijke Duits-Nederlandse 8-mei-1945-herdenking herinnert aan het eind van het toenmalige fascisme. Er komt morgen nog enkele hoogbejaarde die er zelf gevangen heeft gezeten. Er is altijd een Duitse en een Nederlandse spreker en er wordt altijd een link gelegd met de noodzaak van activisme vandaag de dag.
    De Nederlandse spreekster van morgen is Carla van Os, medewerker van Defence for Children.
    Ik ga naar de 4 mei herdenking in de stad Groningen, en inderdaad: ook met gemengde gevoelens. De 8 mei herdenking ontroert me altijd het meest, en ze stimuleert me “het er niet bij te laten zitten”.

  15. Ik lees je reactie helaas te laat, Fennie. Ik had wel bij die herdenking bij Papenburg willen zijn, zinvol om samen met Duitsers te herdenken. Van deze kampen komt het lied “Wir sind die Moorsoldaten”.
    Ik heb, toen ik nog in Groningen woonde vaak met vrienden aan de dodenherdenking deelgenomen. Ik vond dat indrukwekkend en waardig, de stille tocht vanaf het Joodse Monument aan de Hereweg naar het Martinikerkhof. Ik vond het zelfs waardig dat Commissaris d K Vonhoff voorop liep, omdat hij daar niet als VVD’er liep maar als hoogste ambtsdrager van de provincie. En ik vind het beslist niet waardig dat Balkenende op De Dam spreekt.
    In Alkmaar heb ik mij niet betrokken kunnen voelen bij de dodenherdenking. Herdenken doe je kennelijk samen.

    Groet,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *