Eén staat (1)

071110volterra-303.jpg

Maandagochtend. De conferentie is voorbij. Driehonderdvijftig mensen, veel Palestijnen overal vandaan, veel activisten en solidariteitsgroepen, ook overal vandaan, en een belangrijke groep kritische Israeli’s. Een doel: om te komen tot een visie op een rechtvaardige oplossing van de al meer dan zestig jaar durende strijd tussen een bezettingsmacht: Israël, en de onder de voet gelopen Palestijnen, de ‘slachtoffers van de slachtoffers’, zoals Edward Said dat zei, aan wiens nagedachtenis de conferentie is opgedragen.
Lees verder

Londen

Eindelijk.
Het lijkt wel alsof Great Britain nog steeds in splendid isolation verkeert, want het lukte me tot op nu niet om op het internet te komen. De PC van het hotel was antiek en die kreeg je alleen aan de praat door heel hard op de toetsen te hengsten, en aan cijfers deed ie niet, en dan zal je net xs4all als provider hebben. Al mijn trucs en omwegen tevergeefs.
Aan de universiteit waar de conferentie was, geen internetdesk. In de conferentiehal, idem dito. Dan maar vanochtend op zoek naar een internetcafe, is het natuurlijk zondag dus pas om 12 uur open. Dat is nu. Ik moet zometeen na het tikken wel mijn handen gaan wassen want het toetsenbord is VET. En ik bedoel VET niet als in LEUK maar als in GREASY.
Lees verder

Laatste dag in Gaza

071105gaza-361.jpg

Ik leer veel van de Palestijnen. Bijvoorbeeld om in de ergste ellende toch nog weer ergens plezier in te hebben. Ik ga met Fatma en haar twee oudste dochters, Fida en Nida lunchen. Prachtige meiden. Fida zit nu op de universiteit, de Islamitische, omdat die de beste studie heeft voor wat ze wil: Engels en handelsbetrekkingen. Maar ze vindt het er vreselijk. Niet alleen dat ze elke keer gecontroleerd wordt of ze geen make-up op heeft, maar zelfs dat ze in de pauze niet naar muziek mag luisteren op haar mobieltje! Zijn ze gek geworden? Terwijl er verder helemaal niets te doen is. Ze wordt er ontzettend opstandig van, maar ze houdt zich in. Ze wil afstuderen.
Lees verder

Gaza 4 november 2007

071104gaza-084.jpg

De straten.
Ik denk even dat het vrijdag is, maar het is zaterdag en alle winkels zouden open moeten zijn. Maar de meeste zijn gesloten.
Ik zie veel mannen op straat zitten. Geen werk.
Ik zie dat de meesten, tegen de gewoontes in, niet roken. Geen geld.
Ik zie nog steeds overal vlaggen. De groene, van Hamas. Maar evenveel gele, van Fatah. Niet alleen oude, gerafelde, verwaaide, maar nieuwe.
Ik zie een ploeg mannen met petjes op en T-shirts met de Canadese vlag straten vegen en boompjes planten in de berm. Een income-generating program, geef ze liever werk dan liefdadigheid, ook al doen nu tien mannen het werk dat ook wel door drie gedaan kan worden.
Lees verder

Gaza 3 november 2007

071103gaza-076.jpg

De vrijdagslunch bij Sanaa en haar man Younis. En hun drie zoons. Sanaa heeft haar broer gevraagd wat ze voor me koken zou. Maftoul, de traditionele couscous maaltijd, met kip. Younis is naar de markt geweest om de kippen zelf uit te zoeken, want die wil vers, geen diepvries, Sanaa heeft een vrouw betaald om de couscous te maken, want dat is een heel werk en daar heeft zij als moderne werkende vrouw geen tijd voor. Maar zij heeft de kippen gebraden. En er is ingemaakte aubergine, zoals ik die ook ken van Khaleds moeder. Ik zeg het, en broer en zus kijken weemoedig. Ze hielden van hun moeder, die een paar jaar geleden overleed.
Lees verder

Gaza 2 november 2007

071101gaza-077.jpg

Onderweg van Tel Aviv naar Erez word ik gebeld: of ik cola mee wil nemen. Er is in heel Gaza geen coca cola meer. Bij Erez bezorgen ze me nog even een stuip: na een blik op de computer en een telefoontje beweert de juffrouw achter het loket dat ik geen permissie heb om Gaza in te gaan. En dat nadat Joes dagen bezig is geweest met faxen, mailen en bellen en ik het zwart op wit heb: ik mag er in. Ik ontplof zowat. De aardige taxichauffeur naast me zegt dat ik me niet op moet winden. Een joodse Israeli: een uitzondering – dat hij me naar Erez wil brengen, dat hij met Arabische Israeli’s samenwerkt, dat hij Arabisch spreekt, maar zijn grootmoeder en zijn vrouw komen uit Irak, vandaar. De juffrouw gaat nog eens bellen. Nu mag ik er opeens wel in. Zou je niet even sorry zeggen, zegt de chauffeur tegen de juffrouw. Dat is een beetje veel gevraagd. Sorry is the hardest word, en al helemaal in Israel.

In Gaza word ik warm verwelkomd. Ik ben weer terug.
Lees verder